Op weg naar Brandberg
Hoor je dat?’ ‘Wat? O ja!! …. Het klinkt als een grazend nijlpaard!’ We kijken uit ons tentje door het breedbeeld-raam aan het voeteneinde. In het licht van onze zaklamp zien we een kolossaal nijlpaard over ons grasveldje schommelen, rakelings langs het tafeltje dat we vannacht buiten hebben laten staan.
Het is 04.30 uur. Het nijlpaard graast kalm, regelmatig en vastberaden van links naar rechts over het veldje en kruist dan door de struiken naar de buren. Dat zijn Wendy en Ray. Ook daar zien we een lichtje, het beest smakt zó lawaaiig dat we er allemaal wakker van worden.
Als we de volgende morgen wegrijden miezert het opnieuw flink, het zandpad naar de grote weg rijdt stukken makkelijker nu het vochtig is.
Na een poosje draaien we het asfalt op, zetten de 4WD uit, het verstand op nul en de voet op het gaspedaal. Vanaf nu hebben we 450 km asfalt te gaan. Onderweg zien we de mooie lentekleuren van de bomen, die met het begin van de regentijd in blad en in bloei komen.
Én heel veel mensen langs de weg, het is zondag tenslotte. Jongetjes met auto’s gemaakt van ijzerdraad zwaaien ons enthousiast toe. Vrouwen dragen emmers water en manden op hun hoofd, alles is even kleurrijk en vrolijk.
De regen is al heel snel gestopt en de grijsgrauwe hemel heeft plaatsgemaakt voor een blauwe lucht met vriendelijke witte stapelwolken. Na 6,5 uur komen we op onze campsite aan. Daar lunchen we wat en wassen we een paar kleren. De middag brengen we verder relaxend door. Boekje, hangmat… het is tenslotte vakantie 🙂
De tweede rijdag willen we een kleine 300 km afleggen. We stoppen in Grootfontein bij het museum over de Duitse kolonisten en daarna nog een keer bij de grootste meteoriet op aarde (afmetingen 1x3x3 meter, gewicht 54 ton en 80.000 jaar oud). In Otjiwarongo slaan we vervolgens nog even voorraden en diesel in voor de komende 6 dagen.
Op de campsite waar we deze nacht staan, hebben ze een opvang voor cheeta’s, zoals welpen waarvan de moeder is gedood. We mogen van heel dichtbij kijken als ze gevoerd worden. Het is indrukwekkend te zien hoe snel ze zijn!
Er zijn ook struisvogels die we helpen voeren en ’s avonds in het donker zien we hoe de stekelvarkens gevoerd worden. Het zijn eigenlijk meer marmotten dan varkens, leuke beesten! In de namiddag en schemering gaan we op een heuse ‘game – drive’ over de landerijen van verschillende boeren. Het landschap verschilt per boer, meer struiken of meer grasland, en dat bepaalt weer welke dieren er zitten. We zien wéér nieuwe soorten hertachigen, en ook een andere soort gnoe, het zwarte wildebeest.