Weer op reis
Na een gekke periode waarin Covid-19 het leven grotendeels bepaalde besluiten wij het heft weer in eigen handen te nemen en voorzien van de nodige mondkapjes, zelftests en desinfectie flesjes te vertrekken naar ons geliefde continent: Afrika!
Wij vliegen overdag en het is mooi helder weer. Het vliegtuig vliegt op gelijke hoogt met bijzondere wolk formaties die de gekste vormen aannemen.
Om na 2 jaar weer op pad te gaan moet er eerst wat regulier onderhoud aan de auto gedaan worden. Meestal doet Raymond dit werk voordat Wendy komt maar deze keer kan zij assisteren. Gelukkig krijgen we ook wat extra hulp van een mechanic uit het dorp. Raymond maakt van de gelegenheid gebruik om alle ‘ijzerwaren’ uit te zoeken en een deel achter te laten bij de werkplaats.
Wij zijn duidelijk niet de enigen die al een tijd niet geweest zijn. In het dorp worden we hartelijk welkom geheten en krijg de auto – met de bijzondere gele nummerplaat – weer haar welverdiende aandacht. Ook de kaart achterop waar we onze lange reis op tekenden wordt vol aandacht bestudeerd. Het voelt als een warm welkom.
PCR test
We gaan op zoek naar het omheinde gebouw van het ziekenhuiscomplex waar een groot bord met ‘danger’ op hangt: het covid complex. Een aantal maanden geleden lag dit gebouw nog helemaal vol, gelukkig zijn er nu maar 2 corona patiënten. Wij sluiten ons aan in de rij, in afwachting van een pcr test. Naast ons zit een stoer uitziende man, hij tikt regelmatig op zijn knie waarbij hij met zijn hoofd knikt alsof hij opgaat in niet hoorbare muziek. Van het stoere uiterlijk blijft weinig over als hij verteld dat hij ontzettend zenuwachtig is voor de stok in zijn neus die wel tot zijn hersens lijkt door te prikken. We proberen hem wat gerust te stellen maar veel vertrouwen heeft hij er niet in. Terwijl wij wachten vindt er een grote verhuizing plaats: men sjouwt met kasten, een printer en bureaustoelen. Het lijkt erop dat het onderzoeksbureau nog ingericht moet worden. De dame die ons de test afneemt stoort zich er totaal niet aan, ze gaat stug door met het invullen van de vele formulieren en de stickers voor op ons buisje.
De volgende dag zijn wij al bijtijds bij het healthcenter, het advies was om zo vroeg mogelijk te komen, het kan best zijn dat iedereen na de lunch alweer vertrokken is. Hoewel de man achter de balie erg zijn best doet om het administratief allemaal op orde te houden wordt het hem niet gemakkelijk gemaakt, de sterke wind blijft voortdurend alle papieren van zijn bureau blazen, zijn kantoor is immers buiten. Om de beurt worden er ingewikkelde namen opgeroepen. Hoe anders zijn de namen van de locals dan wat wij in het westen gewend zijn. Gelukkig voor de man hoeft hij maar erg weinig westerse namen uit te spreken want Bleijenberg en Gieben zijn voor hem bijna niet te doen. Na 2 uur wachten horen wij onze voornamen en mogen wij ons formulier in ontvangst nemen. Hoewel wij allebei maar 1 voornaam hebben blijkt dat wij nog wat toevoegingen hebben gekregen: Wendy krijgt Maas en Sluis als middel namen (lees Maassluis= geboorteplaats). Ray krijgt er een geheimzinnige G. bij… Gelukkig blijken beide pcr testen negatief waarmee wij onze reis kunnen vervolgen naar Botswana.