Collectief verlof
We liggen wat onwennig in ons hoge tentje… Olifanten om de hoek en wie weet een leeuw hier of daar, das toch wat anders dan thuis. ‘Was jij dat?’ ‘Nee, jij?’ ‘Nee…’ Er slaan dingen tegen de tent, en het ritselt vlakbij. Een ijle kreet door de nacht. Alex kijkt uit ons breedbeeld venster, maar ziet niets. Hij hoort wel vanalles. Ik ook. Vogels, een uil, of vleermuizen misschien?? Gelukkig liggen we hoog en droog en na een poosje vallen we in slaap.
Wat is het koud als we opstaan, brrrr 10° in de tent, dus buiten nog minder. En vanmiddag is het gewoon weer 32° of meer. Geroutineerd inmiddels, klappen we de tent op en ruimen op. Na een kort overleg over de route met onze gidsen Wendy en Ray, rijden we 6.00 weg. ’s morgens vroeg is er meer kans om wilde dieren te zien, en het licht is zó mooi!!! We spotten de eerste struisvogels en neushoornvogels (hornbills) met hun mooie oranje snavels.
Bij het waterhole stoppen we. Al snel verschijnen de dieren : wildebeest (gnoes) en kudus, grote, wat schuwe herten. Er is één mannetje bij, met twee prachtige kurkentrekkers op zijn hoofd. Boven ons cirkelen wat gieren rond, op de achtergrond een kudde antilopen.
We rijden op ons gemak door het Central Kalahari Game Reserve en kijken ons ogen uit: veel springbokken met hun mooie kontjes en gestreepte zijkanten; steenbokjes; grond-eekhorns die de gekste capriolen maken (knabbel en babbels); secretaris-vogels die parmantig lopen; grote vogels die lijken op struisvogels, maar met een veel te dikke nek en die wel kunnen vliegen; een landschildpad.. Maar geen leeuwen. Morgen misschien!
De volgende dag weer om 6.00 op pad. We kammen het park en alle drooggevallen zoutpannen uit, maar de leeuwen hebben collectief verlof. Onder elk groepje bomen denken we iets te zien, maar het is telkens een boomstronk of resten riet en stro : ‘streeuw’. De mooiste dieren vind ik de oryxen, of gemsbokken. Het zijn grote hertachtigen, met twee lange spiesen als hoorns bij zowel het mannetje als het wijfje. Hun tekening op flanken, poten en kop is heel bijzonder en we noemen ze fabeldieren (uit Harry Potter).
’s avonds op de campsite knutselen Ray en Alex nog wat aan een van onze remlichten, dat soms wel en soms niet werkt. De hoeveelheid verschillend gekleurde draden en de manier waarop deze aan elkaar zijn getaped, maakt het erg onduidelijk voor de mannen en uiteindelijk lukt het ze niet om de boel te fixen. Nou ja. In de schemering, vlak na zonsondergang gaan we nog één keer naar een waterhole om wild te spotten. We zien twee uilen vlak voor de auto langs scheren, wat springhaasjes, (die hoppen als kangaroes en hebben een lange staart, en nog wat jakhalsjes. Geen leeuwen.
Groeten, Marileen