Takken hakken
Anderhalf uur rijden vanaf Victoria Falls is grens van Zimbabwe met Botswana. Het is zelfs een vier-landenpunt, waar Zimbabwe, Botswana, Zambia en Namibië bij elkaar komen. Voor de laatste twee moet je echter de rivier oversteken.
Onderweg zien we weer de afgehakte takken, stille getuigen van het passeren van de enorme boot van gisteren. Net voor de grens staat alles stil.
En jawel, daar staat die stomme boot weer. Die moet de grens ook over…. Gelukkig kunnen we er deze keer langs op het bredere stuk weg vlak voor de grensovergang. Zo kunnen we goed zien hoe enorm groot het gevaarte is, de tankwagen die erachter staat, lijkt serieus op een speelgoedautootje!!
In het grenskantoor is iedereen in rep en roer, opgewonden lopen ze weg van hun plek, “kom kijken, kom kijken naar die grote boot!” Na een minuutje of 20 is er pas weer iemand in staat te stempelen en zijn we aan de beurt. We mogen Zimbabwe uit, en de auto’s ook.
We rijden onder een mooie poort door naar het volgende grenskantoor, om Botswana in te gaan. Daar weten ze nog van niets, dus we vertellen enthousiast dat er een ‘heel erg grote boot’ aankomt, die ‘never nooit’ door de poort past! De douanier zegt opgetogen dat hij morgen de hele dag gaat kijken hoe dat zal gaan. Hij vertelt dat er al eens eerder zo’n boot door moest, en dat ze toen een pad hebben gehakt door de struiken naast het grenshek, waarna de boot wel weer ergens door dat hek kon blijkbaar. Dat zal morgen ook zo gaan, verwacht hij.
In Botswana kamperen we in Kasane, op een sjieke campsite bij een nog sjiekere lodge. Het allerlaatste kampeer-plekje weten Wendy en Ray voor ons te bemachtigen. Het is wat krap met de bomen, om de daktenten omhoog te kunnen zetten, maar net als we gezien hebben bij die enorme boot, kunnen wij natuurlijk wat laaghangende takken wegkappen.
Ray haalt een groot, gevaarlijk uitziend mes voor de dag en hakt met een paar flinke halen alle te lage takken van de boom af. Zo, die dienen als aanmaakhout voor ons kampvuur van vanavond.
Alex op zijn beurt, zorgt dat we zonder in de doorns van de bush te blijven haken, achter onze auto kunnen langslopen. Die auto van ons staat trouwens met twee van de wielen op een flinke verhoging, omdat we anders zó scheef staan dat we van het dak afrollen vannacht. Onder vakkundige begeleiding en aanwijzingen van de beide heren, heb ik de auto daar bovenop geparkeerd. Later die middag bezoeken twee wrattenzwijnen de campsite. Ze zijn duidelijk mensen gewend en laten zich graag aaien.
Inmiddels is het namiddag en het zwembadje lokt. Het ligt prachtig, pal aan de rivier de Chobe, waarop verschillende bootjes langzaam voorbij drijven, heel idyllisch allemaal…. Maar pas op! Er zitten krokodillen in de rivier, een wandelingetje langs het water is daarom géén goed idee. We blijven dus lekker in het zwembad en genieten in het namiddagzonnetje van het uitzicht. De zonsondergang zal vast heel fraai worden boven deze rivier.